gepubliceerd op: 12 november 2016


Trainingsleer

Trainen met je paard doe je om hem beter te maken dan hij is. Je wilt graag een (fysiek maar zeker ook mentaal } sterk paard. Je paard moet datgene wat je van hem vraagt goed uitvoeren, zonder tegenstrubbelen en het liefst met groot gemak. Daarbij wil je ook graag vooruitgang zien, steeds weer. Je paard moet beter zijn dan een half jaar geleden, en over een half jaar beter dan nu. Kortom, je zoekt naar groei en progressie. Wat wij doen, is eigenlijk niets meer of minder dan iedere training weer opnieuw het uiterste vragen van een paard. Hij moet iedere training overnieuw op de toppen van zijn kunnen presteren, en liefst nog iets daarboven. Wanneer we di t vertalen naar de mens, zien we dit eigenlijk alleen bij topsporters. Alleen topsporters dagen zichzelf iedere training weer uit, om méér uit zichzelf te halen dan de training ervoor. Alleen al deze simpele vergelijking is genoeg om ons te realiseren dat wij onze paarden moeten behandelen als topsporters. Het trainen van je paard dient dus zorgvuldig te gebeuren.

Om te beginnen wil ik daarom iets uitleggen over het begrip supercompensatie.

Fysiologisch gezien is trainen eigenlijk niets meer dan “afbreken” van spierweefsel. Door een training wordt diep in de spier het weefsel beschadigd. Dit proces veroorzaakt bv spierpijn en stijfheid in de spieren. Hierna volgt een periode van herstel, de rustperiode. Hierin gaat het lichaam aan de slag om het beschadigde weefsel te herstellen. Tegelijkertijd gebeurd er echter in dit proces iets unieks. Het lichaam zorgt ervoor dat het een volgende keer beter bestand is tegen de gevraagde inspanning. In deze fase (dus in rust!!] vind de groei plaats. Deze groei noemen we supercompensatie. Het lichaam “overcompenseert” de gedane inspanning. Wanneer het lichaam volledig is hersteld kan een volgende training plaatsvinden, waarin zich deze cyclus weer herhaald. Zie onderstaande grafiek.

trainings-plaatje

Wat hier direct duidelijk wordt is dat timing van essentieel belang is wanneer je met goed resultaat wilt trainen. Het beste moment om te trainen ligt hier dus op de 2e stippellijn. Want wat gebeurt er nu wanneer de rust periode tussen 2 trainingen niet voldoende geweest is om te herstellen en om het proces van supercompensatie zijn werk te laten doen Dat zien we in onderstaande grafiek.

trainings-plaatje-2

Wanneer de rustperiode niet lang genoeg is geweest, en er wordt getraind, is het startniveau op dat moment lager dan het vorige startniveau. Je bent niet aan het opbouwen maar aan het afbreken! Wanneer je op deze manier traint, raakt je paard al snel “overtraind”. Je paard raakt oververmoeid. Dit kun je merken aan diverse syptomen: Hij wil de wei niet meer uitkomen. Nukkig op stal. Sloom tijdens de training. Proberen zich aan de oefeningen te onttrekken. ( Onder je vandaan lopen, weglopen voor je been enz. In verzet komen tijdens het rijden.

Van groot belang is dus dat je voor jouw paard de juiste frequentie ontdekt. Door de bank genomen is 3 tot 4 keer trainen per week echt maximaal. Maar kijk vooral naar signalen die je paard afgeeft. Op de rust/herstel dagen is beweging natuurlijk wel altijd goed. Dit om de bloedsomloop te bevorderen. De bloedsomloop zorgt voor de afvoer van alle afvalstoffen die zich in de spieren hebben opgehoopt. Een half uurtje stapmolen, of beter, een rustig rondje bos doet wonderen.

Wanneer je goed naar je paard luistert en leert voelen wanneer hij optimaal traint kom je er al snel achter wat voor hem/haar het beste past qua trainingsschema. Mocht je hier hulp bij willen ben ik natuurlijk bereid om je te helpen een goed passend trainingsschema voor je paard te maken om zo tot mooie resultaten te komen!